Dat Peter Ippolito en zijn partner Stefan Gabel deze flat vonden in een huis uit de Gründerzeit van de late 19e eeuw aan de rand van het stadscentrum van Stuttgart, was echt toeval. Met het proces van renovatie en inrichting begonnen zij aan een ontdekkingsreis die zij in hun dagelijkse werk als architect en textieldesigner gewoonlijk met hun klanten maken: een reis die gevormd wordt door creativiteit en ervaring, herinnering en bewaring, openheid en zichzelf trouw blijven. De bestemming van de ontdekkingsreis is de Maisonette P155. Hier hebben de twee een thuisbasis, zoals ze hun flat van twee verdiepingen op 290 vierkante meter noemen, gecreëerd, die in gelijke mate ruimte biedt voor geborgenheid en voor gezelligheid. De badkamer is uitgerust met mengkranen uit de collectie AXOR Urquiola. Een bewuste keuze van de twee ontwerpers, die altijd al enthousiast waren over het design en de persoonlijkheid van de collectie.
Wat de details betreft, stelde de droomflat een of twee structurele uitdagingen, gaande van de bijzondere plattegrond – het gedeelte van het gebouw loopt taps toe zoals een stuk taart – tot het feit dat zowel de gevel als de oorspronkelijke binneninrichting zoals vloeren, deuren en kamerindeling beschermd zijn. Bovendien moesten Peter en Stefan werken met de voor de Gründerzeit typische indeling, met een centrale hal en daaromheen kamers, en wilden ze deze zo veranderen dat de flat ruimer en breder werd zonder zijn identiteit te verliezen. De twee eigenaars beschrijven het spannende ontwerpproces als een confrontatie met het bestaande en het onveranderlijke. Deze stappen maakten het hen mogelijk een unieke flat en hun heel persoonlijk idee van wonen te realiseren.
De architect en het team van het interdisciplinaire designbureau Ippolito Fleitz Group houden zich in de samenwerking met hun klanten intensief bezig met hun identiteit en wensen of die van hun doelgroep. Het doel is altijd om individuele concepten te ontwikkelen die zijn afgestemd op de gebruikers; hen ruimte bieden om een relatie op te bouwen met hun bewoners en bezoekers, die er een waarde in zien die verder gaat dan economische efficiëntie en pure schoonheid en dus op lange termijn voor hen functioneren.
Een weerspiegeling van deze aanpak is de Maisonnette P155. Op het eerste gezicht lijkt de flat een samenraapsel van persoonlijke souvenirs en meubels: een levendige enscenering samengesteld uit unieke vondsten van talrijke reizen, designklassiekers en moderne, zelf ontworpen inrichtingselementen. Toch verraadt het harmonieuze geheel van deze collage het karakteristieke creatieve handschrift van de bewoners. Zwart visgraatparket verbindt de individueel ingerichte kamers terwijl asymmetrische muuropeningen voor extra verbindingen zorgen – een voortdurende spel met licht en contrasten. Eigenschappen die de flat een uniforme esthetiek verlenen en er een totaalkunstwerk van maken dat uitnodigt om het telkens opnieuw te ontdekken en te beleven.
Peter Ippolito en zijn partner hebben de hoofdbadkamer van de flat ingericht met een wastafelmeubel met een grote spiegel in het midden van de ruimte, waaromheen de douche en het bad zijn geplaatst. De zwarte houten vloer is in de douchezone vervangen door tegels in lichte schelpkalksteen, die daar doorlopen tot onder het plafond en combinatie met de op maat gemaakte meubels in licht hout en de zalmkleurige, hoge muren voor een warme sfeer zorgen. Het bad onder het raam biedt een prachtig uitzicht op de buitenwereld. De badkamer, als vanzelfsprekend onderdeel van het wonen, is hier een ruimte die beide bewoners een toevluchtsoord biedt om aan de dagelijkse beslommeringen te ontsnappen, een counterpart van de versnelde digitale wereld die hen in staat stelt 's morgens de dag te beginnen onder een royale douche en 's avonds de dagelijkse sleur van zich af te spoelen. De weelderige mengkranen van de AXOR Urquiola collectie zien eruit als collector's items die perfect passen in deze uitdrukking van twee levens, terwijl ze terloops hun functie vervullen – water geven en zorgen voor welbehagen.
Foto’s van Zooey Braun, Eric Laignel